Deze periode leren de meeste kinderen lopen en gaan de mogelijkheden van het bewegen in de ruimte ontdekken. De behandeling is erop gericht dat te stimuleren. Plezier in bewegen staat hierbij centraal. Bij elke leeftijd horen bepaalde motorische vaardigheden die het kind onder de knie moet krijgen. Het is soms gewoon dat het daarbij wat hulp krijgt. Een kind dat bijvoorbeeld ten gevolge van een ziekte of handicap in zijn bewegen beperkt is, kan hiermee leren omgaan en op een aangepaste manier toch optimaal bewegen.

In de peuterperiode valt een motorische achterstand sneller op doordat uw kindje iets minder goed lijkt te kunnen dan wat leeftijdsgenootjes kunnen. Bijvoorbeeld los lopen, rennen, traplopen, in bed klauteren.

De kinderfysiotherapeut kijkt samen met u waar uw peuter in het dagelijks leven tegen aan loopt, welke vaardigheden niet lukken en waardoor dit veroorzaakt zou kunnen worden.

Neemt u met mij contact op indien u een afwijkende ontwikkeling signaleert of vragen heeft over de motorische ontwikkeling van uw peuter. Het is belangrijk dit te laten onderzoeken en behandelen. 

De kinderfysiotherapeute maakt gebruik van motorische testjes ( AIMS, BSID ) om een inschatting te kunnen maken of uw kind achterloopt ten opzichte van leeftijdsgenootjes.

Onderzoek en behandeling van de allerkleinsten vindt altijd plaats in de thuissituatie. Dit is de omgeving waar uw kind zich het meest op zijn gemak voelt. 

Ik observeer en onderzoek de bewegingen van uw kind en beoordeel of de motoriek van uw kind bij zijn of haar leeftijd past. Ik vertel u wat mijn bevindingen zijn en ik stel een behandelplan op, waarin ik beschrijf wat ik wil gaan doen en wat de behandeldoelen zijn.